Sinds 1 januari 2020 is het zover: de Wet normalisatie rechtspositie ambtenaren (hierna WNRA) is in Nederland in werking getreden. Deze wet zorgt ervoor dat meer dan een half miljoen personen die nu het ambtenarenstatuut genieten, dezelfde rechtspositie krijgen als werknemers met een privaatrechtelijke arbeidsovereenkomst. Daarnaast zullen er ook nieuwe ambtenaren ontstaan. Ook deze nieuwe ambtenaren zullen een wijziging in hun rechtspositie ondervinden.
Hoewel dit in principe een puur Nederlandse kwestie is, heeft deze wet ook implicaties voor grensarbeiders die in België wonen en in Nederland werken.
Hieronder wordt verder toegelicht (i) wat de WNRA precies inhoudt, (ii) wie er gevolgen van zal ondervinden, (iii) wat de gevolgen zijn van de WNRA en (iv) welke specifieke gevolgen er zijn voor grensarbeiders, die in België wonen.
1. WNRA
Het debat over de positie van ambtenaren en de vergelijking met het werknemersstatuut is niet enkel in België actueel. Ook in Nederland heerst de discussie hierover. In tegenstelling tot België, is Nederland echter bezig met een transitie en zijn de eerste stappen gezet naar het afschaffen van de ambtenarenstatuut. Met de WNRA wordt het ambtenarenstatuut uiteindelijk niet afgeschaft, maar de gelijktrekking tussen de private sector en de overheidssector wordt wel verder doorgetrokken.
De WNRA heeft dan ook als doel de rechtspositie van de ambtenaar zoveel mogelijk gelijk te trekken met die van werknemers in het bedrijfsleven. Hierdoor wijzigt de rechtspositie van bepaalde ambtenaren van de ene op de andere dag van een publiekrechtelijke (ambtenaar) naar een privaatrechtelijke status (werknemer).
2. Wie ondervindt gevolgen van de WNRA?
Door de WNRA zijn er 4 nieuwe categorieën ontstaan:
(i) ambtenaren die hun publiekrechtelijke aanstelling behouden en niet onder het privaatrechtelijke status vallen, zoals politie en rechters
(ii) ambtenaren die hun ambtenarenstatus weliswaar behouden, maar wiens publiekrechtelijke aanstelling wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, zoals gemeentewerkers en rijksoverheid
(iii) ambtenaren die hun ambtenarenstatus verliezen, zoals bepaalde leerkrachten
(iv) werknemers die ambtenaar zullen worden, zoals werknemers van het UWV en SVB
Of de WNRA van toepassing is op u(w organisatie), kan u eenvoudig controleren aan de hand van de WNRA-checker: https://www.wnra.nl/voor-wie-geldt-de-wnra/wie-valt-er-onder-de-wnra
3. Wat zijn de belangrijkste gevolgen van de WNRA?
Voor degenen die een statuutwissel ondervinden, zijn er een heel aantal belangrijke implicaties:
(i) In geval van een geschil zal de voormalige ambtenaar niet meer een interne geschillenprocedure moeten volgen en zal de bevoegde beroepsrechter niet meer de bestuursrechter zijn, maar zal de kantonrechter bevoegd zijn.
(ii) De ‘aanstelling’ voor deze voormalige ambtenaren verdwijnt. Net zoals in het bedrijfsleven krijgen ambtenaren een arbeidscontract. Collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) worden van toepassing in plaats van rechtspositieregelingen.
(iii) Het privaat arbeidsrecht en dus ook het ontslagrecht zal gelden voor deze voormalige ambtenaren en de kantonrechter zal bevoegd zijn om uitspraak te doen over het ontslag van de ambtenaar.
4. Welke gevolgen ondervinden grensarbeiders?
Naast de voorgaande algemene gevolgen kunnen grensarbeiders, die als gevolg van de WNRA een ander statuut krijgen, ook belangrijke bijkomende implicaties ondervinden. Zo kan het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel wijzigen, maar ook het toepasselijk belastingsrecht zou kunnen wijzigen.
- Toepasselijk sociale zekerheidsstelsel
De sociale zekerheidssituatie van de in Nederland werkzame ambtenaar, die woonachtig is over de grens in België en aldaar ook werkzaamheden verricht (of vice versa), kan aan verandering onderhevig zijn als gevolg van de inwerkingtreding van de WNRA.
In een grensoverschrijdende situatie wordt het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel geregeld door Verordening nr. 883/2004. Deze Verordening voorziet dat er slechts 1 nationaal sociale zekerheidsstelsel van toepassing kan zijn. Voor werknemers is dit in beginsel het sociale zekerheidsstelsel van het land waar de werknemer zijn werkzaamheden verricht. Voor ambtenaren is in principe het land waarvan hij ambtenaar is, bepalend voor het sociale zekerheidsstelsel.
Wanneer de werknemer of ambtenaar in twee of meerdere landen werkt, gelden er echter bijzondere regels.
Indien u in het ene land (bv. NL) ambtenaar bent en in het andere land (BE) werkt als werknemer, is automatisch het sociale zekerheidsstelsel van het land, waarin u het ambtenarenstatuut heeft, dus Nederland, van toepassing.
Indien u in beide landen hetzelfde statuut heeft, is van belang of u substantieel (> 25%) werkt in uw woonstaat.
- Indien u meer dan 25% van uw totale werkzaamheden uitvoert in het land waar u woont, is het sociale zekerheidsstelsel van uw woonland van toepassing.
- Indien u daarentegen minder dan 25% van uw totale werkzaamheden uitvoert in het land waar u woont, is de plaats van vestiging van de werkgever(s) beslissend voor het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel.
Een statuutwijziging ten gevolge van de WNRA (ambtenaar > werknemer of werknemer > ambtenaar) kan dus een verandering teweegbrengen in het toepasselijke sociale zekerheidsstelsel.
Enkele voorbeelden:
Voorbeeld 1: U woont in NL, werkt 1 dag per week als ambtenaar in NL voor een Nederlandse werkgever en de overige werkdagen als werknemer in BE voor een Belgische werkgever. Het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is van toepassing (nl. het land van het ambtenarenstatuut). Indien u echter door de WNRA uw ambtenarenstatuut in NL verliest, dan zal het Belgisch sociale zekerheidsstelsel van toepassing worden.
Voorbeeld 2: U woont en werkt substantieel in BE als werknemer. Daarnaast werkt u ook als werknemer in NL. Het Belgische sociale zekerheidsstelsel is van toepassing, aangezien u substantieel werkt in uw woonland. Indien u echter door de WNRA het ambtenarenstatuut verkrijgt in NL, is plots het Nederlands sociale zekerheidsstelsel van toepassing.
- Toepasselijk belastingrecht
Volgens het dubbelbelastingverdrag tussen België en Nederland is het volledig loon van een werknemer in principe belastbaar in zijn woonstaat. Indien echter aan één van volgende voorwaarden is voldaan, zal de werkstaat toch belasting mogen heffen op het loon dat betrekking heeft op de werkzaamheden die in die staat werden verricht:
- De werknemer verblijft minstens 183 dagen in de werkstaat gedurende een tijdvak van 12 maanden;
- Het loon wordt betaald door een werkgever gevestigd in de werkstaat; of
- Het loon valt ten laste van een vaste inrichting gevestigd in de werkstaat.
Voor loon verkregen uit overheidsfuncties voorziet het dubbelbelastingverdrag echter in een afwijkende regeling. Deze inkomsten zijn in principe belastbaar in de staat die het loon uitbetaalt. Hierop bestaat één uitzondering, namelijk wanneer het loon betaald wordt aan zogenoemde ‘lokaal aangeworven krachten’. Lokaal aangeworven krachten zijn personen die aangesteld zijn door een buitenlandse overheid, maar deze werkzaamheden volledig verrichten in het land waarvan zijn inwoner zijn en aan één van volgende criteria voldoen:
- de nationaliteit van het woonland bezitten; of
- niet uitsluitend inwoner zijn geworden met het oog op het verrichten van deze werkzaamheden.
Voorbeeld: een BE werknemer wordt door een NL werkgever aangesteld en brengt 20% van zijn arbeidstijd door in NL en 80% van zijn arbeidstijd in BE. Dit heeft tot gevolg dat 80% van zijn loon belast zal worden in BE en 20% van zijn loon in NL.
Indien een BE werknemer echter een overheidsfunctie bekleedt voor een NL overheid met eenzelfde verdeling van de arbeidstijd, dan heeft dit tot gevolg dat het volledige loon belast zal worden in NL.
Wij merken hier echter op dat, in tegenstelling tot de wetgeving inzake sociale zekerheid, er in dubbelbelastingverdragen geen gebruik wordt gemaakt van de term ‘ambtenaar’. Een wijziging in de nationale wet van de term ‘ambtenaar’ heeft in principe dan ook geen invloed op de toepassing van het dubbelbelastingverdrag, aangezien hier enkel van belang is dat men een ‘overheidsfunctie’ bekleedt. In het kader van de WNRA worden echter ook een aantal nieuwe instellingen erkend als overheidsinstellingen, zoals bv. de AFM, SVB en de UWV. De werknemers van deze instellingen schakelen dus over van een privaatrechtelijke dienstbetrekking naar een overheidsfunctie (ongeacht de vraag of zij al dan niet kwalificeren als ambtenaar) waardoor zij onderworpen worden aan de afwijkende regels inzake overheidsfuncties.
Ook voor wat betreft de heffingsbevoegdheid inzake belastingen, zullen grensarbeiders zich dus de vraag moeten stellen of hun statuut door de WNRA is gewijzigd en zo ja, of hierdoor ook de heffingsbevoegdheid inzake belastingen is gewijzigd.
5. Conclusie
Het is duidelijk dat de positie van de in Nederland werkzame ambtenaar-grensarbeider na de WNRA kan veranderen. Of de WNRA bevorderlijk zal zijn voor de Euregionale tewerkstelling zal nog moeten blijken. Het is in ieder geval wel van belang dat u als grensarbeider moet controleren of u ook in de toekomst nog in hetzelfde land sociaal verzekerd bent en/of belastingen moet betalen.
Indien u vragen heeft over de implicaties van uw grensoverschrijdende beroepsactiviteiten, zowel op vlak van sociale zekerheid, als op vlak van